Inleiding afstellen

Afstellen is in tegenstelling tot wat vaak gezegd wordt niet moeilijk. Het is echter wel belangrijk dat het zorgvuldig en nauwkeurig gebeurt. Je werkt steeds het zelfde lijstje af: meten, noteren, aanpassen, meten, noteren, etc, tot het naar wens staat. Om te gaan afstellen moet je eerst weten hoe je je afstelling wil hebben.

Ik heb de afstellingen van mijn roeiplekken online staan. Ik leg de nadruk op het feit dat het mijn afstellingen zijn, omdat een op mij afgestelde plek eigenlijk per definitie niet ideaal is voor iedere andere roeier. Van invloed op de afstelling zijn namelijk onder andere de beenlengte, de ruglengte en andere lichaamsmaten, lenigheid/stijfheid van het lichaam, roeitechniek en fysieke belastbaarheid. Ga dus op zoek naar de voor jou ideale afstelling en neem daar ook de tijd voor.

Goed afstellen kost tijd. Ik ben zelf bijvoorbeeld ongeveer een uur kwijt aan één roeiplek in een scullboot als ik alles moet aanpassen. Voor onervaren afstellers kost het in het begin meer tijd. Neem die tijd ook, er is namelijk weinig irritanter dan roeien met een slechte afstelling waar drie kwartier in gegaan is, terwijl het met een uurtje wel goed was geweest.
Om te kunnen beginnen met afstellen is het noodzakelijk dat je weet welke basis afstelling, riemlengte met binnenhandel en voor een scullboot span of voor een boordboot dolafstand, je wil gebruiken. Je kunt riemlengte-binnenhandel en span/dolafstand uit het afstelling overzicht van de wk 1999 in Saint Catharines nemen. Om te bepalen welke voor jou redelijk zou zijn moet je eerst bepalen wat jouw ideale 2000m tijd (streeftijd bij wind mee) is. Vervolgens zoek je een ploeg in de lijst die ongeveer dezelfde snelheid heeft. Dit geeft je een indicatie. Ook kun je natuurlijk hulp zoeken in de literatuur, bijvoorbeeld Steven Redgrave's Complete book of rowing. Beide bronnen geven een indicatie, ga dus op zoek of dit ook de voor jou beste afstelling is.

Nu je bepaald hebt hoe je de basis onderdelen wil afstellen moet je zorgen voor het juiste gereedschap om te kunnen afstellen. In mijn kist zitten standaard een:

- hoekmeter
- soksleutel 10
- steeksleutel 10/13
- steeksleutel 13
- steeksleutel 17
- steeksleutel 19
- bako tot 25mm
- kruiskop schroevendraaier
- platte schroevendraaier
- meetlint 5m
- watervaste stift
- dolhoekdopjes

Daarnaast is het wenselijk om ook een stelhand, een buigharrie en een minimaal 1,5m lange, volledig rechte en stijve, lat te hebben. Een stelhand is een hulpmiddel waarmee de rolbeweging van de boot singles wordt tegen gegaan zodat de buitenhoek gemeten kan worden. De lat wordt onder andere gebruikt voor het bepalen van de (dol)hoogte. Het is slim om een onvervormbare en moeilijk beschadigbare te hebben. Aluminium kokerprofielen zijn hier uitermate geschikt voor.

Met het juiste gereedschap en de basis afstelling bij de hand kan er begonnen worden met afstellen. De beginpositie van de boot is zonder eventuele drukstangen en met een kale dolpen (dus dol en vulringen er niet op). Het eerste wat je gaat doen is meten waar het span of de dolafstand nu op staat.
Het span is de afstand tussen de hartlijnen van de dolpennen van een scullroeiplaats. Het span meet je op het laagste punt van de dolpen zelf (dus niet op een van de ringen die mogelijk tussen de dol en de rigger zitten). Je meet zo laag mogelijk omdat je dan een eventueel afstandverschil door een hoek in je dolpen niet meeneemt in de meting. Om het makkelijk te maken om vanaf de hartlijn van de dolpen te meten is het practisch om niet vanaf het begin van het meetlint, maar vanaf de 10cm streep op het meetlint te meten. Je moet dan natuurlijk niet vergeten die 10 cm weer van het totaal af te trekken. Om de nauwkeurigheid van aflezen van het meetlint te vergroten is het handig om de spiegeling van de dolpen te gebruiken; de lijn op het meetlint die in de weerspiegeling van de dol (het meest) rechtdoor loopt is de af te lezen waarde.
De dolafstand is de kortste afstand tussen de hartlijn van de boot en de hartlijn van de dol van een boordroeiplaats. Voor de dolafstand meet men de breedte van de boot op de lijn die haaks op de boot en door de dolpen heen loopt. Deze breedte deel je door twee, zodat je de afstand van de hartlijn van de boot naar de boordrand weet. Dan leg je het meetlint op de uitgerekende waarde op de boordrand en meet je vanaf daar de afstand naar de hartlijn van de dolpen.
Nu weet je dus de huidige stand van het span of de dolafstand. Voor het span is het nuttig om te meten of het symmetrisch staat. Dit meet je tussen de hartlijn van de dol en de sliding aan de andere kant van de boot. Als het span niet symmetrisch staat is het handig om dit eerst gelijk te zetten en dan pas het totale span aan te passen. De kans op rekenfouten is zo een stuk kleiner.
Nu ga je berekenen hoe veel je de dolpen(nen) opzij moet zetten en daarna het span aanpassen. Meet na elke verandering na wat je gedaan hebt en werk zo toe naar het juiste span of de juiste dolafstand. Voor de scullboten is het raadzaam om dan opnieuw de symmetrie te controleren.

tip: schrijf bij elke stap niet alleen op wat het span of de dolafstand op dat moment op staat, maar ook hoeveel en naar welke kant je het moet aanpassen. Zo is het makkelijker om eventuele reken of stel fouten op te sporen.

Ik ben van mening dat een dolpen idealiter in alle richtingen op 0° gezet moet worden. Sommige mensen zijn er echter voor om het de roeier iets makkelijker te maken en daarom een kleine buitenhoek op de dolpen te hebben. Maak dit niet groter dan +0,5°. Ik ga er in de rest van het verhaal vanuit dat de dolpen op 0° gezet wordt, maar als je een buitenhoek wil blijft de handelwijze hetzelfde.
Nu moeten de dolpennen op 0° gezet worden als ze daar niet op staan. Voor je gaat meten is het noodzakelijk dat je de boot zo vast legt dat ze geen rol beweging meer kan maken. Een stelhand is hier ideaal voor. De boot hoeft niet helemaal waterpas te liggen. Een eventueel verschil met waterpas wordt in de hoekmeter opgevangen. Bij het meten met een hoekmeter moet je voor elke meting je hoekmeter ijken. IJken doe je door de hoekmeter naar 0° te verschuiven en op de ijkplaats te zetten. Daar stel je het waterpasje bij tot de luchtbel in het midden van het waterpasje staat.
Voor de voor- en achterwaartse hoek, parallel aan de boot, ijk je de hoekmeter in het midden van de boot op de kiellijn. Dit doe je niet op het dekje, omdat die onder een hoek ingebouwd kunnen worden. Na het ijken plaats je de hoekmeter in de richting waarin je hem geijkt hebt op de dolpen bij de inspringing in de flens op de hoekmeter. Druk de hoekmeter stevig tegen de dolpen aan. Verschuif nu de helft met het waterpasje tot het waterpas staat. Lees de hoekmeter af en herhaal ter controle deze meting. Zorg dat je bij deze handelingen het waterpasje niet aanraakt. Mocht je dit doen, ijk dan de hoekmeter opnieuw en doe de meting waar je mee bezig was opnieuw. Rondt de waardes die je er uit hebt af naar halve graden. Een hoek naar het hek van de boot is positief en een hoek naar de boeg van de boot is negatief.
Na het meten van de voorwaartsehoek hoek is de buitenhoek aan de beurt. Je ijkt nu de hoekmeter op het dekje haaks op en tussen de twee slidings. Het is ook nu weer bijzonder belangrijk om de hoekmeter in de zelfde richting op de dolpen te zetten als waarin je hem hebt geijkt. Het meten van buitenhoeken is alleen mogelijk als de boot volledig stil en vastgelegd ligt. Elke verstoring, bijvoorbeeld het tegen de boot aan stoten, zorgt er voor dat de hoekmeter opnieuw geijkt moet worden. De meting werkt verder exact het zelfde als bij de voorwaartse hoek. Bij het meten van een buitenhoek is een uit de boot hangende hoek positief en een naar binnen hangende hoek negatief. Een negatieve buitenhoek, ookwel binnenhoek, is bijzonder ongewenst. Als er ook maar enigszins een binnenhoek in zit moet die er uit gehaald worden. Een hele kleine buitenhoek, kleiner dan +0,5°, hoeft er niet persee uitgehaald worden bij boordboten. Voor een scull boot geldt dat het symmetrisch moet staan. Bakboord en stuurboord moeten dan dus exact gelijk staan.
Je weet nu waar de dolpen op staat. Als hij op 0° staat ben je natuurlijk klaar. Indien de dolpen niet op 0° staat moet je de dolpen bijstellen. Bij een aantal riggersoorten kan dit door een (aantal) moeren of bouten los te draaien en de hoek iets te verschuiven, maar bij de meeste riggers zul je moeten gaan buigen. Aan koolstof riggers kan je natuurlijk niet buigen. Hier zul je met wiggen moeten gaan werken. Buigen doe je met een buigharrie, niet met een buisje en je buigt de rigger en nooit de dolpen. Als de dolpen krom is kun je namelijk geen hoek meer meten omdat die over de dolpen verloopt. Als je nog nooit gebogen hebt is het verstandig om hulp te vragen van iemand die het wel al eens gedaan heeft. Sowieso moet je dit met zijn tweeën doen; een persoon met de buigharrie en een persoon die de boot vasthoudt. De buigharrie bevestig je op het onderste deel van de dolpen boven de rigger en de moer van de dolpen onder de rigger. Bij het buigen moet de boot vrij in de singles liggen. Buigen kost bij stijve riggers veel kracht, maar moet desondanks subtiel gebeuren. De rigger zit immers aan de boot vast en je wil met het buigen natuurlijk niet de spanten stuk trekken. Meet na iedere buigpoging de hoek na. Loop daarbij alle stappen die daarbij horen weer na. Doorloop dit proces tot je dolpennen geheel op 0° staan.

Met het span of de dolafstand klaar en de dolpennen op 0° is het nu tijd om de riemen goed te zetten. Dit is 'old fashioned' schroevendraaier en meetlint werk. Controleer de lengte van je riemen door vanaf het uiteinde van de handel tot het eind van het blad in het verlengde van de riem te meten. Bij sculls is het goed om je te realiseren dat de dikte van de condooms niet meegenomen moet worden in deze meting.
Als je riemen van gelijke lengte zijn ga je je binnenhandel afstellen. Dit is de afstand tussen de kraag en het uiteinde van de handel. Neem ook nu voor sculls de dikte van de condooms niet mee in de meting.

De basis afstelling is als je deze stappen hebt doorlopen gedaan. Nu ga je aan de tuning van je afstelling beginnen.
» Home  » Techniek  » Afstellen